De herkomst van het Spaans
Het Spaans is beïnvloed door vele andere talen. Net zoals bijvoorbeeld Portugees, Catalaans, Frans en Italiaans vond ze haar oorsprong in het Latijn, aangezien het Romeinse Rijk een groot deel van het Iberische schiereiland veroverd had. Men praatte in die tijd zogenaamd vulgair Latijn, een omgangstaal die qua uitspraak, zinsbouw en woordenschat verschilde van het klassieke Latijn.
Keltische en Gotische invloeden in het Spaans
Na de val van Rome in de vijfde eeuw na Christus werd de invloed van het Latijn steeds minder en kwamen er, met de verhuizingen van Germaanse en Keltische stammen, invloeden uit andere talen.
Woorden die hoogstwaarschijnlijk oorspronkelijk uit het Keltisch stammen zijn bijvoorbeeld camino, camisa, cabaña, cerveza, puerco, salmón, al werden veel van deze woorden al eerder in het Latijn opgenomen.
In het begin van de vijfde eeuw vestigden de Visigoten zich op het Iberisch schiereiland en hoewel die door de jaren heen tijdens hun opmars door het Romeinse Rijk al veel van de gebruiken en de taal van de Romeinen hadden overgenomen, zijn er veel Germaanse woorden in het Spaans opgenomen. Voorbeelden? Sacar, guardía, espía, esquilar, ganso, gana, ropa.
Contact met de Arabische wereld
In 711 begonnen de moslims aan een opmars door het Iberisch schiereiland en ze wisten grote delen van het huidige Spanje op de Visigoten te veroveren. Hun aanwezigheid zou bijna acht eeuwen duren. 1492 was niet alleen het jaar dat Columbus Amerika ontdekte, het was ook het jaar dat de Arabieren definitief uit Spanje verdreven werden.
Deze langdurige aanwezigheid, vooral in het huidige Andalusië, had een grote invloed op de Spaanse taal, en men schat dat ongeveer 4000 woorden overgenomen zijn uit het Arabisch. Dat zie je bijvoorbeeld bij de volgende synoniemen, waarbij het eerste woord oorspronkelijk uit het Latijn komt, en het tweede uit het Arabisch: oliva en aceituna, óleo en aceite, escorpión en alacrán, migraña en jaqueca.
De Alhambra in Granada, hét symbool voor de Arabische invloed in Spanje
In het Arabisch wordt het lidwoord aan het zelfstandig naamwoord geplakt. Dit lidwoord ‘al’, vaak verbasterd tot ‘a’, vind je terug in tal van Spaanse woorden, waarbij het huidige lidwoord el / la dus eigenlijk dubbel is: aceite, aceituna, ajedrez, ajonjolí, alcohol, aldea, alfombra, algodón, almohada, arroz, atún, azote, azúcar. Bij andere woorden kun je aan de uitspraak al raden dat ze oorspronkelijk uit het Arabisch komen: jarabe, jinete, jarra, ojalá, toronja, zanahoria.
Ook het achtervoegsel ‘í’ komt uit het Arabisch. Dit zie je bijvoorbeeld terug bij de benamingen van de inwoners uit de Arabische wereld: andalusí, pakistaní, iraní, marroquí.
Tenslotte is het in het Spaans gebruikelijker dan in andere Romaanse talen om eerst het werkwoord en dan het onderwerp in een zin te zetten: “Ha jugado muy bien, el Ajax.” Of dit gebruik uit het Arabisch of uit het Hebreeuws komt, is echter een onderwerp van debat.
Invloeden uit Latijns-Amerika
Ook in modernere tijden zijn er woorden uit andere talen naar het Spaans over komen waaien. In 1492 vond nóg een belangrijk historisch feit plaats: Antonio de Nebrija publiceerde zijn Gramática castellana. Voor het eerst werd de Spaanse taal benoemd en gedefinieerd, en dit werk droeg in grote mate bij aan de vereenwording van het Spaans. Een jaar later publiceerde De Nebrija een Spaans woordenboek, en hier zaten al woorden bij die via het logboek van Columbus vanuit de Nieuwe Wereld waren overgewaaid: canoa, hamaca, caníbal en caribe, om er een paar te noemen. Deze woorden zijn dus ook in het Nederlands opgenomen!
Llama is oorspronkelijk een woord uit het Quechua, de taal van de Inca’s
Nieuw ontdekte planten en dieren uit de Amerika’s zorgden voor een verdere uitbreiding van de woordenschat: tequila, jaguar, caimán, tapir, maíz, colibrí, tomate, chocolate… Veel woorden werden ook overgenomen uit het Quechua, de oude Inca-taal: puma, cóndor, pampa, alpaca en llama zijn enkele voorbeelden.
Tenslotte zijn er ook leenwoorden uit het Engels: computadora, internet, parking, fútbol, en uiteraard: ¡gol!
En Engelse woorden die erg op Spaanse lijken zoals different, similar, important, difficult? Simpel: de Romeinen veroverden destijds een groot deel van Engeland. Engels heeft dus óók veel van het Latijn meegekregen. Doe er je voordeel mee!